Door Sandor Kemper & Hans Boerkamp
Inleiding
Met ingang van 1 januari 2019 lijkt het er nu echt van te komen met alle gevolgen van dien: de nieuwe Europese regels voor de BTW op cadeaukaarten worden per die datum ingevoerd.
In deze blog gaan we in op gevolgen van deze nieuwe regels voor de BTW en laten we de discussie of een cadeaukaart een waardepapier is buiten beschouwing. In deze blog gebruiken we het begrip voucher, omdat de wetgever het begrip hanteert. Er kan ook cadeaukaart voor gelezen worden. Kort gezegd gaat het om (fysieke of digitale) betaalinstrumenten (documenten, bonnen, kaarten, etcetera) die recht geven op goederenleveringen of diensten én waarbij deze goederenleveringen of diensten en/of de identiteit van de potentiële leverancier(s) op de (bijbehorende documentatie bij de) voucher staan vermeld.
In de huidige praktijk worden vouchers veelal behandeld als waardepapieren, waardoor de verkoop hiervan is vrijgesteld van btw (en de btw op kosten voor het maken en aankopen van deze vouchers dus niet aftrekbaar zijn). Aangezien niet alle lidstaten dezelfde definitie en/of regels voor btw-heffing ten aanzien van vouchers kennen, kan onbedoeld sprake zijn van dubbele heffing of geen heffing. De nieuwe Europese regels voor de btw beogen een einde maken aan onduidelijkheden met betrekking tot btw bij gebruikmaking van vouchers.
De Europese wetgever maakt onderscheid tussen een Single Purpose Voucher (SPV) en een Multi Purpose Voucher (MPV). Afhankelijk van het soort voucher dient btw te worden aangegeven bij verkoop of bij inwisseling.
Single Purpose Voucher (SPV)
Bij een SPV heeft de consument recht op afname van goederen of diensten waarvan vooraf duidelijk is wat de aard van de goederen of dienst is en waarbij duidelijk is waar de levering of dienst wordt verricht, wat het toe te passen BTW tarief is en wie de leverancier is. Voorbeelden hiervan zijn cadeaukaarten als Spotify, Apple, Facebook. Deze cadeaukaarten worden door diverse partijen verkocht, waarbij op voorhand bekend is dat ze kunnen worden besteed op de websites van Spotify, de Apple Store en Facebook.
Multi Purpose Voucher (MPV)
Een MPV geeft de consument recht op afname van goederen of diensten waarbij op het moment van uitgifte nog niet duidelijk is welke goederen of diensten aan de consument worden geleverd en door welke leverancier. Voorbeelden hiervan zijn de fashioncheque en dinercheque. Alles wat niet voldoet aan het begrip SPV wordt gezien als een MPV.
BTW-heffing bij een SPV
In geval van een SPV wordt de btw geheven op het moment van uitgifte en bij iedere doorverkoop van de SPV. Immers bij een SPV staat op het tijdstip van de uitgifte vast waar de onderliggende prestatie aan btw is onderworpen en hoeveel btw is verschuldigd over deze prestatie. De maatstaf voor heffing het voor de voucher betaalde bedrag.
Dit heeft consequenties voor de financiële administratie, omdat op voorhand berekend moet worden welke BTW van toepassing zal zijn bij het toekomstig gebruik van de SPV. Bij het inleveren van de voucher is geen BTW meer verschuldigd (er is geen dubbele heffing). Degene die de SPV accepteert als derde partij wordt geacht een prestatie te hebben geleverd aan de uitgevende partij en niet aan degene die de voucher inwisselt. De acceptant hoeft dus geen BTW te berekenen over het aandeel van de bon in de totale transactie, hetgeen voorheen begrepen was in de geleverde dienst of product.
BTW heffing bij een MPV
Bij een MPV wordt bij de uitgifte / verkoop ervan geen BTW geheven en dat blijft zo. Op dat moment is namelijk niet met zekerheid vast te stellen welk tarief van toepassing is.
Bij het (gedeeltelijk) inwisselen van de MPV wordt de BTW geheven bij het gebruik ervan. Het gebruikte bedrag wordt gezien als het bruto bedrag inclusief BTW. En normaliter wordt de BTW dat begrepen is in de onderliggende waarde van het product afgedragen. Deze verwerkingswijze is gelijk aan de beschouwing van de MPV als waardepapier.
De nieuwe regels bepalen verder dat als een MPV wordt verkocht door een derde partij die niet gelijk is aan degene die de kaart accepteert, alle vormen van dienstverlening door deze verkopende partij, zoals distributie, reclame, promotionele acties, zijn onderworpen aan de BTW. Over de commissies of andere bedragen die in rekening worden gebracht door distributeurs aan uitgevers, moet BTW berekend worden. Het is voor deze groep van belang dat daarmee ineens ook de betaalde BTW volledig aftrekbaar wordt, wat tot op heden een forse kosten post is.
De nieuwe regels hebben geen betrekking op situaties waarbij een MPV niet wordt ingewisseld, terwijl de verkoper van de MPV de voor de voucher ontvangen vergoeding wel mag houden. Daarnaast mogen, volgens de bij de nieuwe Richtlijn behorende ‘overwegingen’, de nieuwe regels niet leiden tot wijzigingen in de BTW-behandeling van vervoerbewijzen, toegangskaartjes voor bioscopen en musea, postzegels en dergelijke.
Wft
Er lijkt niet te zijn gekeken naar de Wft. In de nieuwe wetgeving is namelijk niet geregeld hoe gehandeld moet worden als een SPV wordt verkocht door een andere partij dan de uitgevende partij. Ook voor elektronisch geldinstellingen die producten uitgeven die kwalificeren als SPV is er een aanvullend risico. Immers volgens de Wft moeten uitgegeven elektronische tegoeden binnen 5 dagen na uitgifte worden veilig gesteld in een stichting klantgelden of via andere verzekering. En wel tegen de te verwachten uitstroom van geldmiddelen, doorgaans door de toezichthouder gesteld op 100%. Dit kan dus betekenen dat de uitgever de BTW voortaan vooruit moet betalen en de vraag is of dit verrekend mag worden met de te treffen voorziening / verplichting in de balans. Voor zo ver ons bekend is dit niet geregeld.
Consequenties
Voor de uitgevende organisaties van SPV’s die onder het bereik van de Wft vallen (financieel product) is het de vraag of de vooruit te betalen BTW verrekend mag worden met de veilig te stellen middelen.Als dat niet is toegestaan, dan zullen de uitgevers de af te dragen BTW moeten financieren tot het moment dat de voucher is besteed. Dit werkt fors kostenverhogend.
Voor acceptanten van SPV’s moet duidelijk zijn dat bij de acceptatie geen BTW meer berekend hoeft te worden. De kassasystemen, maar ook de personeelsleden dienen hierop voorbereid te zijn.
Voor de acceptanten die zowel SPV’s en MPV’s accepteren, moet in de kassasystemen onderscheid worden gemaakt. Immers bij de besteding van de SPV is al eerder BTW afgedragen en bij de besteding van de MPV niet. De vraag is of in de praktijk, deze onderscheiden door winkeliers en hun medewerkers worden begrepen. Het betekent ook dat BTW afdracht op basis van de omzet, zoals door sommige kleinere winkeliers gebeurt, niet meer mogelijk is. Anders is er de kans dat er twee keer BTW in zit.
De regelgeving is zo technisch van aard, dat een goede voorbereiding hierop van belang is, zowel in de kassasystemen als voor medewerkers.
Het credo ten aanzien van belastingen is wat ons betreft: leuker kunnen we het niet maken, maar wel nog ingewikkelder! Benieuwd wat deze nieuwe regels voor jouw organisatie betekenen? Neem contact met een van ons op door een bericht te sturen via linkedin.
Deze blog is geschreven op ons beider persoonlijke titel.
- Sandor is werkzaam als registeraccountant bij CROP (www.crop.nl).
- Hans is werkzaam als adviseur Belangen en Beleid bij INretail
(www.inretail.nl)