Het verantwoorden van een cadeaukaart in de financiële verslaggeving van een uitgever blijkt complex. Het wordt ook een steeds belangrijker onderwerp, aangezien de verkoop van cadeaukaarten steeds breder wordt en ook fors groeit(1). Voor retailers zijn cadeaukaarten interessant, omdat 61% van de houders het dubbele van het tegoed op de cadeaukaart uitgeeft. In dit artikel wordt uitgegaan van de retailer die een eigen cadeaukaart verkoopt. Hierdoor wordt de problematiek beperkt tot cadeaukaarten in een besloten netwerk en wordt in dit artikel geen aandacht besteed aan de verslaggevingsregels die van toepassing kunnen zijn op cadeaukaarten die onder toezicht staan, elektronisch geld zijn of worden uitgegeven door of in samenwerking met banken.
Wat de verslaggeving rondom cadeaukaarten complex maakt is, dat er geen uniforme verslaggevingsregels zijn voor de omzet van de cadeaukaart en van de niet bestede tegoeden (saldi die door consumenten niet worden gebruikt).
Tijdsverschil tussen verkoop van de cadeaukaart en de besteding er van
Op het moment dat een retailer een cadeaukaart verkoopt, wordt geld uitgewisseld voor een cadeaukaart. Over het algemeen wordt de cadeaukaart later, na een aantal weken of maanden besteed voor een dienst of product. Dus in plaats van het verantwoorden van omzet uit hoofde van de verkoop van een cadeaukaart, moet de retailer een uitgestelde opbrengst op zijn balans als verplichting opnemen. Bij besteding van deze cadeaukaart wordt de verplichting verlaagd met de waarde van de dienst of het product dat de houder van de cadeaukaart heeft ontvangen en verwerkt als omzet. De kosten van het product of dienst worden ten tijde van de besteding van de cadeaukaart als kostprijs of inkoopwaarde van de omzet (de vrijval van de verplichting) verantwoord (matching van opbrengsten en kosten).
Derdengelden
Voor de retailer is er geen verplichting om de gelden aan te houden op derdenrekeningen. Bij een faillissement van de retailer zijn deze gelden onderdeel van de failliete boedel, zoals bijvoorbeeld bij Freerecordshop en later bij V&D is gebeurd. De houder van de cadeaukaart is dan concurrent schuldeiser en is, vrij vertaald, zijn of haar tegoed op de cadeaukaart kwijt. Hoewel niet verplicht, is het aan te bevelen om dergelijke gelden veilig te stellen, zodat bij een faillissement de houder van de cadeaukaart in elk geval (een deel van) het tegoed kan opvragen.
Uitgestelde opbrengst / verplichting
Het tijdsverschil tussen aankoop en besteding maakt ook de verantwoording van de uitgestelde verplichting complex. Rond de feestdagen neemt de aankoop sterk toe in relatie tot andere maanden en neemt de besteding in de maanden erna ook toe. Door een toenemende markt, het tijdsverschil en de niet bestede tegoeden, ontstaan diverse variabelen die het lastig maken om de uitgestelde verplichting goed te bepalen.
Niet bestede tegoeden
Niet bestede tegoeden kunnen een materieel onderdeel vormen van de bedrijfsopbrengsten. Het creëert ook aanvullende verslaggevingsproblemen. Zoals bijvoorbeeld, wanneer stel ik vast dat de cadeaukaart niet of niet volledig wordt besteed? In sommige gevallen is dat de datum waarop de kaart niet meer geldig is, maar als deze geldigheidstermijn langer is dan het wettelijk vereiste van 5 jaar, dan zou ook automatisch 5 jaar gekozen kunnen worden. Immers formeel is er dan geen plicht meer om de besteding te honoreren, maar zou het uit coulance wel kunnen.
Een andere vraag is echter in hoeverre nu sprake is van een verplichting ten aanzien van het tijdsverschil tussen verkoop en de uitblijvende besteding? Immers de Richtlijnen voor Jaarverslaggeving (RJ) schrijven voor dat een verplichting als schuld wordt opgenomen als deze vaststaat en gewoonlijk door betaling wordt afgewikkeld. Maar een cadeaukaart is nu juist bedoeld om door te geven aan een ander dan degene die de verbintenis is aangegaan en het is onzeker of de uitgestelde verplichting ook daadwerkelijk zal leiden tot een uitgaande geldstroom c.q. tot de levering van de dienst of het product.
Om die reden biedt de definitie van de voorzieningen betere uitkomst. Immers kenmerkend voor de voorziening is de relatief grote mate van onzekerheid met betrekking tot het tijdstip van afwikkeling en de volledigheid van afwikkeling van de verplichting (wat dus anders is dan bij een schuld). Volgens de RJ mag een voorziening worden gevormd als sprake is van een in rechte afdwingbare verplichting of een feitelijke verplichting, waarbij de waarschijnlijke uitstroom van middelen betrouwbaar te schatten is.
In het geval dat een retailer in staat is om de toekomstige niet besteedbare tegoeden betrouwbaar te schatten, dan mag zij hiermee rekening houden in de bepaling van de totale voorziening van de te verwachte besteding van cadeaukaarten. In dat geval mag zij in de opbrengsten rekening houden met de toekomstig niet bestede tegoeden. Middels betrouwbare statistische gegevens zal de retailer een betrouwbare schatting moeten maken van de toekomstig niet bestede tegoeden. Kan een retailer geen betrouwbare inschatting maken, dan mag het niet bestede deel pas als omzet worden verantwoord als er formeel geen verplichting meer is, de facto na afloop van de geldigheid of na het wettelijke vereiste van 5 jaar, rekening houdend met coulance.
Indien een retailer niet bestede tegoeden op basis van betrouwbare schatting wil verwerken als opbrengsten, dan is het aan te bevelen om dit te doen onder de “Overige Opbrengsten”, om het beeld van de Netto-omzet niet te beïnvloeden.
Conclusie
Er zijn geen specifieke regels voor de verslaggeving van cadeaukaarten die door retailers worden verkocht, al biedt de RJ wel duidelijke aanknopingspunten ten aanzien van de uitgestelde opbrengsten / verplichtingen. Ook is het mogelijk om toekomstig niet-besteedbare tegoeden te verwerken als overige opbrengsten, mits deze goed kan worden ingeschat op basis van betrouwbare statistische informatie vanuit het verleden. Voor cadeaukaarten die onder toezicht staan moet rekening gehouden worden met specifieke juridische regels waarvan de basis ligt in de Wet financieel toezicht.
Wil je meer weten over verslaggeving rondom cadeaukaarten? Stuur me dan een reactie.
Deze blog heb ik op persoonlijke titel geschreven.
Sandor Kemper
(1) Gfk, “Aantal verkochte cadeaukaarten stijgt”, 13-12-2016