Werken bij CROP!

Gisteren las ik de mail ‘Van de bestuurstafel CROP’ en ik was positief verrast. Het bestuur van CROP spreekt namelijk duidelijk haar zorg uit over de hoge werkdruk onder jonge accountants en verwijst naar het artikel in het FD. Het bestuur gaat hier verder op in en kondigt aan dat ze deze werkdruk wil verminderen en ervoor wil zorgen dat de professioneel kritische werkhouding gewaarborgd blijft en de kwaliteit van ons werk. Mooi dat zij als vertegenwoordigers van alle partners van CROP ingaan op deze actualiteit. Zij nemen zelf maatregelen om ervoor te zorgen dat de werkdruk wordt beteugeld en zij nodigt ons uit voor bijeenkomsten om mee te denken over hoe het binnen CROP beter en anders kan zodat de werkdruk beheersbaar wordt en blijft en als gezond wordt ervaren. Mijn ervaring is dat de balans tussen werk en privé bij CROP anders is dan bij de top 10 kantoren in Nederland.

Ook bij CROP ligt de werkdruk hoog, maar er is wel ruimte voor eigen inbreng en mogelijkheden om de ruimte te nemen die je wilt. Dit bericht van het bestuur toont aan dat werk wordt gemaakt van het behouden en aantrekken van mensen die graag hard willen werken, maar die ook ruimte hebben voor privé tijdsbestedingen en hun eigen ontwikkeling. Zelf heb ik van de partners de ruimte gekregen om nieuwe diensten te ontwikkelen en sectorspecialisatie neer te zetten.

De concurrentie in de accountancybranche om goede medewerkers is groot. CROP maakt graag het verschil. Soms lijkt CROP als werkgever ten opzichte van de top 10 kantoren – zeker ten opzichte van een Big4 kantoor – een minder aantrekkelijk alternatief. Maar de vraag is of dat terecht is. Neem daarom eens de moeite om ons beter te leren kennen. We zijn net zo professioneel of kritisch maar het grote verschil, zo weet ik uit eigen ervaring, is de menselijke maat. Aandacht voor persoonlijke ontwikkelingen en persoonlijke omstandigheden. Ga naar: www.werkenbijcrop.nl of bel mij op 06-256 44 321 voor een kennismaking!

Samenstellingsverklaring ondergewaardeerd?!

Er is veel te doen over de samenstellingsverklaring. Sommigen beweren dat de samenstellingsverklaring nutteloos en onduidelijk is en dat deze geen enkele zekerheid geeft. Anderen zijn van mening dat de samenstellingsverklaring wel degelijk waarde heeft voor de gebruikers van jaarrekeningen. Wat mij betreft hoog tijd om eens de achtergronden van de samenstellingsverklaring onder de loep te nemen en vast te stellen wat nu toch de waarde is van de samenstellingsverklaring.

Theoretische achtergrond
Op alle opdrachten van accountants zijn de zogeheten controlestandaarden van toepassing. De controlestandaarden worden grofweg onderverdeeld in opdrachten waarbij zekerheid wordt verstrekt en opdrachten die verwant zijn aan assurance opdrachten waarbij geen zekerheid wordt verstrekt. Een opdracht voor het samenstellen van financiële informatie wordt gerekend tot opdracht waarbij geen zekerheid wordt verstrekt. In de samenstellingsverklaring wordt dit weergegeven met de tekst: “Op basis van de ons verstrekte gegevens hebben wij de jaarrekening samengesteld onder toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).”.

Voor de accountant is het doel van een samenstellingspdracht dat hij of zij de financiële informatie van een cliënt verzamelt, verwerkt, rubriceert en samenvat tot een financieel overzicht. Bijvoorbeeld een jaarrekening die voldoet aan de verslaggevingseisen (doorgaans Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijnen voor Jaarverslaggeving). Ook al verstrekt de accountant geen zekerheid, kunnen de gebruikers van de jaarrekening wel enige toegevoegde waarde ontlenen aan de betrokkenheid van de accountant. Immers hij of zij is deskundig en een specialist op verslaggevingsgebied. Ook is de accountant op basis van de verordening gedragscode verplicht om dergelijke werkzaamheden te verrichten met professionele deskundigheid, zorgvuldigheid, integriteit en objectiviteit.

Bij het samenstellen van een jaarrekening moet de accountant een globaal beeld krijgen van de activiteiten van de onderneming of organisatie waarover wordt gerapporteerd. Immers de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling dienen hierop aan te sluiten. Ook het verslaggevingsmodel dient aan te sluiten op de activiteiten. Op basis hiervan wordt de financiële verslaggeving inzichtelijk gemaakt voor de gebruiker van de jaarrekening. De accountant moet dus vaststellen of de gebruikte grondslagen gebruikelijk zijn en bijdragen aan een passende jaarrekening, gegeven de onderneming.

De accountant hoeft geen controlewerkzaamheden uit te voeren. Ook hoeft hij de interne organisatie niet te beoordelen of te controleren. Als de accountant echter constateert dat hij onjuiste, onvolledige of onbevredigende informatie ontvangt, dan moet hij juist wel nader onderzoek plegen door bij de leiding van de onderneming of organisatie inlichtingen in te winnen om de betrouwbaarheid en volledigheid van informatie vast te stellen. Ook zal hij dan eventueel interne beheersingsmaatregelen moeten beoordelen of toetsen en moeten wellicht verificatewerkzaamheden worden verricht. Als de accountant dan nog steeds geen bevredigende antwoorden heeft, dan moet deze overwegen om de opdracht terug te geven.

Wat verder nog een rol speelt is de vaststelling door de accountant of de jaarrekening of de opzet ervan toereikend is en of de jaarrekening vrij van afwijkingen van materieel belang lijkt te zijn. Hierbij ligt de aandacht vooral op de juiste hantering van grondslagen en eventuele onvolledige of onjuiste toepassing of vermelding ervan. Als de accountant afwijkingen van materieel belang constateert, dan moet deze overleggen met de cliënt inzake de noodzakelijke aanpassingen. Als de aanpassingen niet worden aangebracht en het financieel overzicht c.q. de jaarrekening niet wordt aangepast en daardoor als misleidend kan worden aangemerkt, dan moet de accountant zijn opdracht teruggeven.

En dus toch enige zekerheid?
Op basis van bovenstaande dus in elk geval de zekerheid dat de jaarrekening voldoet aan de van toepassing zijnde wetgeving en jaarverslaggevingsrichtlijnen en dat de gebruikte waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen gebruikelijk zijn. En bovendien, ook al hoeft de accountant geen controlewerkzaamheden uit te voeren, hij moet zich er wel van overtuigen dat hij juiste, volledige en bevredigende informatie ontvangt. In de praktijk worden daarom wel degelijk werkzaamheden verricht om vast te stellen dat dit ook zo is.

Naar mijn mening zou het verklaringenstelsel dan ook moeten worden aangepast. De samenstellingsverklaring geeft op basis van bovenstaande een lage mate van zekerheid. In die zin ligt het voor de hand om bij de soorten accountantsverklaringen het volgende model te hanteren:

  • samenstellingsverklaring = lage mate van zekerheid (toets op opzet van interne beheersing)
  • beoordelingsverklaring = gemiddelde mate van zekerheid (toets op opzet en bestaan interne beheersing)
  • controleverklaring = hoge mate van zekerheid (>= 95,4%, toets op opzet, bestaan en werking interne beheersing)

Uiteraard mogen samenstellingsverklaringen dan uitsluitend door accountants (zowel AA’s als RA’s) worden afgegeven.

Samenstellen en controleren van jaarrekeningen; kan dat?

Sinds de affaires rondom Enron, Parmalat, US Foodservice en een aantal andere zaken is de regelgeving voor de dienstverlening door registeraccountants van steeds meer regels voorzien. Een van de onderwerpen in dat kader is de onafhankelijkheid van de controlerend accountant en de mate waarin de controlerend huisaccountant aanvullende diensten kan of mag verrichten. Die aanvullende diensten of adviezen mogen er niet toe leiden dat de controlerend accountant zijn eigen diensten of adviezen controleert. Dit is namelijk een ernstige bedreiging voor de onafhankelijkheid bij de totstandkoming van het oordeel in de controleverklaring. En bovendien als een accountantsorganisatie de jaarrekening samenstelt en controleert dan zou de schijn kunnen worden gewekt dat sprake is van de schijn van zelftoetsing.

Nu is het over het algemeen zo dat niet alle MKB ondernemingen een medewerker of de kennis in huis hebben, die zelfstandig een jaarrekening kan samenstellen. In het algemeen verwachten MKB ondernemers of kleinere organisaties ook bij accountantskantoren one-stop shopping. Ofwel, het liefst heeft men een organisatie waar alle financiële dienstverlening, waaronder accountancy, fiscaliteit en aanverwante diensten worden ingekocht. Met andere woorden, een deel van de markt vraagt om de combinatie van het samenstellen en controleren van jaarrekeningen. De vraag vanuit de markt kan worden gesteld in hoeverre het samenstellen en controleren van jaarrekeningen mogelijk is binnen de regelgeving die voor accountants en accountantsorganisaties gelden?

De controlestandaarden die gelden voor accountants maken onderscheid tussen het verstrekken van zekerheid en diensten die niet leiden tot het verstrekken van zekerheid, waaronder de samenstelopdrachten. Nadere voorschriften voor onafhankelijkheid geven het onderscheid weer tussen het traject van salidbalans tot jaarrekening, administratieve dienstverlening en het samenstellen van een jaarrekening. Al met al wat verwarrend, aangezien de drie genoemde activiteiten sterk verwant zijn aan het komen tot een jaarrekening. Sommige accountants duiden ook op het opstellen van de jaarrekening, waarmee wordt bedoeld het op basis van de door de klant uitgewerkte kolommenbalans verwerken tot een jaarrekening, zonder dat cijfermatige aanpassingen worden doorgevoerd. Eigenlijk een aanvullende service. Dit opstellen van de jaarrekening is niet als zodanig opgenomen in de regelgeving voor accountants. Dit moet altijd worden gezien als het samenstellen van de jaarrekening. Immers een accountant wordt ook dan ingeschakeld vanwege zijn deskundigheid op het gebied van externe verslaggeving.

De meest duidelijke vorm is dat de klant vraagt om het samenstellen van de jaarrekening op basis van de intern opgeleverde cijfers en onderliggende dossiers. Wellicht is de expertise in huis bij de klant of misschien ook niet. Op zich niet zo relevant. Als de klant zelf de verantwoordelijkheid draagt voor de cijfers en ook voldoende kennis heeft om de cijfers te begrijpen, houdt mijn inziens niets tegen om de controlerend accountant c.q. de accountantsorganisatie de jaarrekening te laten samenstellen. De controlerend accountant stelt naar mijn idee vast of er een bedreiging bestaat voor zijn onafhankelijkheid, het risico van zelfcontrole, het risico van het maken van fouten.

Het wordt lastiger als de gecontroleerde onvoldoende kennis heeft van de cijfers en de controlerend accountant materiële correcties heeft geconstateerd tijdens zijn controlewerkzaamheden. In dat geval lijkt het mij voor de hand liggen dat de accountantsorganisatie maatregelen treft dat het controleteam gescheiden is van de medewerkers die betrokken zijn bij het samenstellen van de jaarrekening. In dat geval heeft de accountantsorganisatie de schijn van onafhankelijkheid tegen. Echter als de accountantsorganisatie zelf aantoont dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om zelfcontrole te voorkomen, is er geen belemmering om zowel een jaarrekening samen te stellen als te controleren.

De criteria die naar mijn mening moeten worden beoordeeld door de controlerend accountant zijn:

  • vaststellen in hoeverre de cliënt in staat is cijfers te interpreteren en daar de verantwoordelijkheid voor te dragen;
  • de bereidheid van cliënten om (materiële) correcties door te voeren;
  • de complexiteit van de onderneming en de bijbehorende externe verslaggeving;
  • het wegnemen van de bedreiging van zelfcontrole.

Uiteraard zou het scheiden van het controleren van de jaarrekening en het samenstellen er van leiden tot hogere administratieve lasten voor de MKB-onderneming. Immers als 2 accountantsorganisaties worden ingeschakeld, maken die geen gebruik van elkaars dossiers en kennis. Dit betekent meer kosten voor de ondeneming en meer inspanningen om 2 accountantsorganisaties te voorzien van informatie.

Mijn conclusie is dan ook dat samenstellen en controleren van de jaarrekening onder de genoemde voorwaarden in het MKB zeker mogelijk is. De controlerend accountant moet zelf oordelen of dat in de desbetreffende situatie mogelijk is en zelfcontrole wordt voorkomen. Voorop staat dat de kwaliteit van het werk van de accountant, of dit nu de accountant die de jaarrekening samenstelt is of de controlerend accountant.

Fondsenwerving transparant, een update

Vanaf 2012 méér eisen aan transparantie en fondsenbestuurders.

Vanaf volgend jaar moeten fondsenwervende instellingen voldoen aan strengere en uitgebreide regels voor wat betreft hun financiële verslaglegging. Een administratieve uitdaging met consequenties voor bestuurders, maar ook een proactief antwoord op de toenemende kritiek op ‘goede doelen’.

De belangrijkste wijziging is wellicht de verplichting om jaarlijks een balans van baten en lasten op te maken en deze, ondertekend door alle bestuurders, tijdig te deponeren bij de Kamer van Koophandel.

Bestuurdersaansprakelijkheid
Fondsenwervende instellingen die transparant willen zijn moeten overwegen de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 650 “Fondsenwervende Instellingen” toe te passen en ook conform deze Richtlijn te publiceren. Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) stelt RJ 650 zelfs verplicht om het CBF keurmerk te mogen gebruiken. Ook deze richtlijn zal binnenkort worden vernieuwd.
http://CT-Fondsenwerving-63317-bit.ly/kzM4L2
Hebt u interesse in het volledige artikel over de nieuwe eisen aan transparantie van bestuurders en voorkomen van witwassen? Neem dan contact met mij op via het contactformulier op deze site.

Meer weten?
Volg ook de LinkedIn groep Kenniscentrum Fondsenwervende Instellingen accon■avm door hier te klikken.

Een goede controle levert geld op!

Gebaseerd op artikel uit Wall Street Journal d.d. 13 januari 2011
Uit onderzoek in de Verenigde Staten is gebleken dat accountantscontrole geld oplevert. Zelfs kleine ondernemingen die niet wettelijk controleplichtig zijn merken dat hun financieringsaanvragen makkelijker gaan als hun financiële overzichten zijn gecontroleerd of als een registeraccountant betrokken is geweest bij het opstellen van dergelijke overzichten. Ook krijgen gecontroleerden betere financieringscondities. Dit sluit min of meer wel aan bij de Basel regulering die van toepassing is op banken. Uit het onderzoek door University of Chicago Booth School of Business blijkt dat de rentelasten gemiddeld per lening lager zijn dan bij leningen aanniet gecontroleerde ondernemingen. Het voordeel is berekend op USD 6.900 bij leningen tot USD 1,0 miljoen tot USD 23.000 bij leningen van USD 3,3 miljoen. Klik hier voor het betreffende artikel. In Europa zal zich hetzelfde effect gaan voordoen, na de invoering van Basel 3, zo verwacht ik.

Een goede controle levert echter meer op dan een lagere rente. Een registeraccountant die zijn vak goed uitoefent, is kritisch ten aanzien van de inrichting van de administratieve organisatie en de interne beheersingsmaatregelen die zijn cliënt heeft getroffen, of juist niet. Vanuit deze natuurlijk (positief) kritische houding komen adviezen voort. Aan het einde van de tussentijdse controle brengt een registeraccountant een management letter uit. Hierin worden de door de registeraccountant geconstateerde risico’s die de onderneming loopt weergegeven. Meestal volgen dan aanbevelingen om te komen tot een verbeterde interne organisatie. En dat levert dus behalve geld, nog meer op. Namelijk een efficiëntere of beter beheerste onderneming.

Ook hebben registeraccountants over het algemeen uitstekende kennis van ondernemingsfinanciering en hebben ze een goede ‘voelsprieten’ voor fiscale kansen en bedreigingen. Dus als de registeraccountant aandacht besteedt aan zijn cliënten, dan levert dat per definitie kansen op. En dus zouden ondernemingen juist hun financiële processen moeten laten controleren!