Sinds de affaires rondom Enron, Parmalat, US Foodservice en een aantal andere zaken is de regelgeving voor de dienstverlening door registeraccountants van steeds meer regels voorzien. Een van de onderwerpen in dat kader is de onafhankelijkheid van de controlerend accountant en de mate waarin de controlerend huisaccountant aanvullende diensten kan of mag verrichten. Die aanvullende diensten of adviezen mogen er niet toe leiden dat de controlerend accountant zijn eigen diensten of adviezen controleert. Dit is namelijk een ernstige bedreiging voor de onafhankelijkheid bij de totstandkoming van het oordeel in de controleverklaring. En bovendien als een accountantsorganisatie de jaarrekening samenstelt en controleert dan zou de schijn kunnen worden gewekt dat sprake is van de schijn van zelftoetsing.
Nu is het over het algemeen zo dat niet alle MKB ondernemingen een medewerker of de kennis in huis hebben, die zelfstandig een jaarrekening kan samenstellen. In het algemeen verwachten MKB ondernemers of kleinere organisaties ook bij accountantskantoren one-stop shopping. Ofwel, het liefst heeft men een organisatie waar alle financiële dienstverlening, waaronder accountancy, fiscaliteit en aanverwante diensten worden ingekocht. Met andere woorden, een deel van de markt vraagt om de combinatie van het samenstellen en controleren van jaarrekeningen. De vraag vanuit de markt kan worden gesteld in hoeverre het samenstellen en controleren van jaarrekeningen mogelijk is binnen de regelgeving die voor accountants en accountantsorganisaties gelden?
De controlestandaarden die gelden voor accountants maken onderscheid tussen het verstrekken van zekerheid en diensten die niet leiden tot het verstrekken van zekerheid, waaronder de samenstelopdrachten. Nadere voorschriften voor onafhankelijkheid geven het onderscheid weer tussen het traject van salidbalans tot jaarrekening, administratieve dienstverlening en het samenstellen van een jaarrekening. Al met al wat verwarrend, aangezien de drie genoemde activiteiten sterk verwant zijn aan het komen tot een jaarrekening. Sommige accountants duiden ook op het opstellen van de jaarrekening, waarmee wordt bedoeld het op basis van de door de klant uitgewerkte kolommenbalans verwerken tot een jaarrekening, zonder dat cijfermatige aanpassingen worden doorgevoerd. Eigenlijk een aanvullende service. Dit opstellen van de jaarrekening is niet als zodanig opgenomen in de regelgeving voor accountants. Dit moet altijd worden gezien als het samenstellen van de jaarrekening. Immers een accountant wordt ook dan ingeschakeld vanwege zijn deskundigheid op het gebied van externe verslaggeving.
De meest duidelijke vorm is dat de klant vraagt om het samenstellen van de jaarrekening op basis van de intern opgeleverde cijfers en onderliggende dossiers. Wellicht is de expertise in huis bij de klant of misschien ook niet. Op zich niet zo relevant. Als de klant zelf de verantwoordelijkheid draagt voor de cijfers en ook voldoende kennis heeft om de cijfers te begrijpen, houdt mijn inziens niets tegen om de controlerend accountant c.q. de accountantsorganisatie de jaarrekening te laten samenstellen. De controlerend accountant stelt naar mijn idee vast of er een bedreiging bestaat voor zijn onafhankelijkheid, het risico van zelfcontrole, het risico van het maken van fouten.
Het wordt lastiger als de gecontroleerde onvoldoende kennis heeft van de cijfers en de controlerend accountant materiële correcties heeft geconstateerd tijdens zijn controlewerkzaamheden. In dat geval lijkt het mij voor de hand liggen dat de accountantsorganisatie maatregelen treft dat het controleteam gescheiden is van de medewerkers die betrokken zijn bij het samenstellen van de jaarrekening. In dat geval heeft de accountantsorganisatie de schijn van onafhankelijkheid tegen. Echter als de accountantsorganisatie zelf aantoont dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om zelfcontrole te voorkomen, is er geen belemmering om zowel een jaarrekening samen te stellen als te controleren.
De criteria die naar mijn mening moeten worden beoordeeld door de controlerend accountant zijn:
- vaststellen in hoeverre de cliënt in staat is cijfers te interpreteren en daar de verantwoordelijkheid voor te dragen;
- de bereidheid van cliënten om (materiële) correcties door te voeren;
- de complexiteit van de onderneming en de bijbehorende externe verslaggeving;
- het wegnemen van de bedreiging van zelfcontrole.
Uiteraard zou het scheiden van het controleren van de jaarrekening en het samenstellen er van leiden tot hogere administratieve lasten voor de MKB-onderneming. Immers als 2 accountantsorganisaties worden ingeschakeld, maken die geen gebruik van elkaars dossiers en kennis. Dit betekent meer kosten voor de ondeneming en meer inspanningen om 2 accountantsorganisaties te voorzien van informatie.
Mijn conclusie is dan ook dat samenstellen en controleren van de jaarrekening onder de genoemde voorwaarden in het MKB zeker mogelijk is. De controlerend accountant moet zelf oordelen of dat in de desbetreffende situatie mogelijk is en zelfcontrole wordt voorkomen. Voorop staat dat de kwaliteit van het werk van de accountant, of dit nu de accountant die de jaarrekening samenstelt is of de controlerend accountant.